luiheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luiheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlœʏhɛɪt/
Woordafbreking
  • lui·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van lui met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord luiheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

luiheid v

  1. het ontbreken van de wil iets te doen
    • Als hij niks doet aan zijn luiheid wordt het nooit wat met hem. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luiheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.