loopsnelheid

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • loop·snel·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loopsnelheid loopsnelheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

loopsnelheid v

  1. vaart waarmee iemand zich lopend of hardlopend verplaatst
    • Fricties tussen techniek en samenleving ontstonden vooral door de eenzijdige machtsverhouding: de klant diende zijn loopsnelheid aan te passen aan de minutieuze stiptheid van de spoorwegen, want treinen wachtten niet op burgers wier horloge een andere dan de spoorwegtijd aangaf. [1]
Hyponiemen

Gangbaarheid
  • Het woord loopsnelheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Bakker, M.S.C. "5. Overheid en techniek" in: Lintsen, H.W. (red.) Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI. (1995) Techniek en samenleving. Walburg Pers, Zutphen; ISBN 906011.901.0; p. 132; geraadpleegd 2017-09-27
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.