lommerrijk
Nederlands
Woordafbreking
- lom·mer·rijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lommer zn en rijk bn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lommerrijk | lommerrijker | lommerrijkst |
verbogen | lommerrijke | lommerrijkere | lommerrijkste |
partitief | lommerrijks | lommerrijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
lommerrijk # met veel bomen die veel schaduw geven
- We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong
Door 't eindeloze woud waarover ik zo-even zong
Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein
Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn [2]
- We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong
- We volgen een stukje de Verlengde Oosterstraat tot de Heresingel waar we rechtsaf gaan naar het Hereplein. 's Zomers is dit een lommerrijk geheel dat voornamelijk met kastanjes en linden is beplant. Een plataan, een bruine beuk en een vleugelnoot brengen op dit plein variatie in de beplanting. [3]
Synoniemen
- schaduwrijk, loverrijk, beschaduwd
Gangbaarheid
- Het woord lommerrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lommerrijk' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Drs. P. (ps. v. H. Polzer) songtekst "Dodenrit" uit 1974 (8 november 2013) op website:standaard.be; geraadpleegd 2018-03-02
- Houting, E. Groningen te voet 4e druk (2008) Noordboek, Groningen; ISBN 9789033012860; p. 60; geraadpleegd 2018-03-02
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.