likstok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  likstok    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪkstɔk/
Woordafbreking
  • lik·stok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord likstok likstokken
verkleinwoord likstokje likstokjes

Zelfstandig naamwoord

likstok m

  1. houten spatel die in een kalkkalebas gestoken wordt en door iemand die betel kauwt gebruikt wordt om kalk van af te likken.
  2. snoepgoed op een stokje waaraan gelikt wordt.
  3. penis, lul.
  4. (leerbewerking) een spaan vervaardigd van zeer hard hout waarmee zolen effen gewreven worden zodat er geen hamerslag meer op te zien is.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord likstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. likstok op website: Etymologiebank.nl
  2. blz 779 Leerbewerking By P H Vos, H van Lieshout Published by Uitgeverij Van Gorcum, 1986 ISBN 9023220854, ISBN 9789023220855
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.