lolly
Nederlands
Woordafbreking
- lol·ly
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lekkernij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1927 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lolly | lolly's |
verkleinwoord | lolly'tje | lolly'tjes |
Zelfstandig naamwoord
lolly m
- snoepje, bestaande uit een stuk geglaceerde vruchtensuiker op een stokje
Vertalingen
snoepje
Gangbaarheid
- Het woord lolly staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lolly' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.