lezer
Nederlands
Woordafbreking
- leĀ·zer
Zelfstandig naamwoord
lezer m
- iemand die (een bepaald geschrift) leest
- De schrijver neemt de lezer mee op zijn avontuurlijke tocht door de Amazone.
- apparaat dat tekens kan lezen
Hyponiemen
- arenlezer, barcodelezer, nieuwslezer, schermlezer
Vertalingen
1. iemand die (een bepaald geschrift) leest
Gangbaarheid
- Het woord lezer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lezer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.