levensverzekeraar

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·ver·ze·ke·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensverzekeraar levensverzekeraars
verkleinwoord levensverzekeraartje levensverzekeraartjes

Zelfstandig naamwoord

levensverzekeraar m [1]

  1. (economie) bedrijf waarbij men een levensverzekering kan afsluiten
    • Acht van de tien grootste levensverzekeraars die actief zijn in Nederland investeren in totaal 6,8 miljard euro in vijftien wapenhandelaren die leveren aan dictaturen en corrupte landen.[2] 

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. www.nu.nl

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord levensverzekeraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.