levenssfeer
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·sfeer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en sfeer met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levenssfeer | levenssferen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
levenssfeer v/m [1]
- de directe omgeving waarin men leeft
- De rechter oordeelt nu: „Door het plaatsen van zijn portret bij deze tekst wordt op zijn minst de suggestie gewekt dat Rashid iets te maken heeft met de kwestie of Schiphol nog wel veilig is. Nu het hier een ernstige kwestie betreft die de gemoederen in negatieve zin bezighoudt, stelt Rashid zich terecht op het standpunt dat publicatie inbreuk maakt op zijn levenssfeer.” De rechter weegt mee dat Rashid door de publicatie in zijn thuisland Irak ten onrechte voor jihadist kan worden aangezien. De vergoeding dient ter genoegdoening van geleden psychische schade: „gevoelens van angst, verdriet en irritatie”.[2]
Gangbaarheid
- Het woord levenssfeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.