levensprobleem
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven zn en probleem zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensprobleem | levensproblemen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
levensprobleem o [1]
- vraagstukken betreffende het persoonlijke leven
- Justitie start volgens een woordvoerster ook met een onderzoek naar de leiding van De Terebint, een leefgemeenschap die op christelijke basis mensen 'met privé- en levensproblemen'opvangt. Ook hier zou sprake zijn van misstanden en geweld.[2]
- Ciro vond zichzelf wijs genoeg om goed advies te geven en kwam op een dag op het idee om advies te geven aan gestreste reizigers. Nu is hij elke zondag twee uur lang te vinden op het metrostation Bedford L in Brooklyn. In de tijd luistert hij naar werk -, relatie- en levensproblemen. De twaalfjarige heeft inmiddels een schare aan cliënten, die regelmatig terugkeren.[3]
Gangbaarheid
- Het woord levensprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 9 OKTOBER 2013 Oud pleegmoeder gezinshuis vernederde pleegkinderen
- de Telegraaf 19 apr. 2017 Reizigers in New York krijgen advies van twaalfjarige
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.