levensjaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensjaar levensjaren
verkleinwoord levensjaartje levensjaartjes

Zelfstandig naamwoord

levensjaar o

  1. (medisch) het aantal jaren dat men leeft, of nog te leven heeft
    • In zijn 10de levensjaar kreeg hij kanker. 
    • Met deze therapie kun je per patiënt gemiddeld 3 levensjaar winnen. 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord levensjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.