levensgenieter
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·ge·nie·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en genieter met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensgenieter | levensgenieters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
levensgenieter m [1]
- iemand die steevast positief in het leven staat en zoveel mogelijk geniet
- Hij was een levensgenieter / Hij was de koning te rijk / Hij overtroefde zelfs Palieter / En kende plaats noch tijd [...][2]
Gangbaarheid
- Het woord levensgenieter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'levensgenieter' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tekst van De Levensgenieter, gezongen door Christoff De Bolle
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.