genieter

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nie·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van genieten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord genieter genieters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

genieter m [1]

  1. iemand die geniet
Hyponiemen

Gangbaarheid
  • Het woord genieter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.