levensgemeenschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensgemeenschap levensgemeenschappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

levensgemeenschap v

  1. (biologie) het tezamen leven van een groep dierlijke of plantaardige organismen in een bepaald gebied
  2. (sociologie) samenhangende groep mensen waarin solidariteitsgevoelens en collectiviteitsbesef aanwezig zijn
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord levensgemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.