levensgemeenschap
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en gemeenschap met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensgemeenschap | levensgemeenschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
levensgemeenschap v
- (biologie) het tezamen leven van een groep dierlijke of plantaardige organismen in een bepaald gebied
- (sociologie) samenhangende groep mensen waarin solidariteitsgevoelens en collectiviteitsbesef aanwezig zijn
Gangbaarheid
- Het woord levensgemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.