levensduur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·duur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensduur -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

levensduur m

  1. de tijd dat iets of iemand in leven is of functioneert
    • De levensduur daarvan kan best verlengd worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord levensduur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.