levensduur
Nederlands
Woordafbreking
- le·vens·duur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en duur met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensduur | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
levensduur m
- de tijd dat iets of iemand in leven is of functioneert
- De levensduur daarvan kan best verlengd worden.
Gangbaarheid
- Het woord levensduur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'levensduur' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.