levende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ven·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leven

levende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van leven

Bijvoeglijk naamwoord

levende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van levend
enkelvoud meervoud
naamwoord levende levenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

levende m

  1. iemand die in leven is
    • Hij was nog onder de levenden. 

Gangbaarheid

  • Het woord levende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.