lestijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • les·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lestijd lestijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

lestijd m

  1. (onderwijs) het tijdstip van de les, de tijdsduur van een les
    • De lestijden zijn iedere werkdag van 9.00 tot 11.00 uur. 

Gangbaarheid

  • Het woord lestijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.