lesgebouw

Nederlands

lesgebouw van de KLM
Uitspraak
  • Geluid:  lesgebouw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɛsxəˌbɑu/
Woordafbreking
  • les·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lesgebouw lesgebouwen
verkleinwoord lesgebouwtje lesgebouwtjes

Zelfstandig naamwoord

lesgebouw o

  1. een gebouw waarin men onderwijs geeft
    • De gemeente Wierden moet vanaf augustus zorgen voor een lesgebouw voor de evangelische school De Passie. Dat heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt woensdag laten weten aan de Tweede Kamer. [1] 
    • Saxion Hogescholen kan mogelijk nog maanden geen gebruik maken van het Enschedese lesgebouw Hofstede Crull, omdat een oplossing voor het vloerenprobleem nog niet in zicht is. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'lesgebouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 28 mei 2008 Wierden moet evangelische school gebouw geven
  2. Tubantia M. Ruesink 2 november 2017, Saxion-gebouw in Enschede mogelijk nog maanden buiten gebruik
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.