lering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van leren met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lering leringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

lering v

  1. les, onderwijzing
    • Het schoolreisje is er voor de lering en het vermaak. 
  1. berisping
    • 'Laat dit een goede lering voor je zijn', zei de vader tegen zijn zoon die een ruit had ingetrapt met voetballen. 
Synoniemen
  1. leer, les, onderrichting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.