leidinggevende
Nederlands
Woordafbreking
- lei·ding·ge·ven·de
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van leidinggevend met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leidinggevende | leidinggevenden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
leidinggevende v / m
- (beroep) iemand die in zijn of haar werk leiding geeft aan anderen
- Beroepen met de laagste werkdruk zijn volgens het CBS te vinden in de beveiligingsbranche, gevolgd door taxichauffeurs, hoveniers, tuinders, kassamedewerkers en leidinggevenden in de kinderopvang. [1]
Gangbaarheid
- Het woord leidinggevende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.