lauw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lauw    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /lʌʊ̯/
    • (Vlaanderen, Brabant): /lʌː/
    • (Limburg): /laʊ̯/
Woordafbreking
  • lauw
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussen heet en koud’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lauwlauwerlauwst
verbogen lauwelauwerelauwste
partitief lauwslauwers-

Bijvoeglijk naamwoord

lauw

  1. een temperatuuraanduiding die tussen warm en koud ligt
    • Hij vindt het niet lekker om zich met lauw water te wassen. 
  1. (figuurlijk) weinig zeggend, onverschillig
    • Een lauwe reactie. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.