landbouwhuisdier
Nederlands
Woordafbreking
- land·bouw·huis·dier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van landbouw zn en huisdier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landbouwhuisdier | landbouwhuisdieren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
landbouwhuisdier o
- (landbouw) beesten die mensen in de eerste plaats houden om er nut van te hebben
- Embryosplitsing is al langer beproefd, bijvoorbeeld bij landbouwhuisdieren zoals koeien en schapen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord landbouwhuisdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Wetenschappers klonen voor het eerst een primaat (14 januari 2000) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-05-31
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.