lampetkan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lam·pet·kan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lampetkan lampetkannen
verkleinwoord lampetkannetje lampetkannetjes

Zelfstandig naamwoord

lampetkan v/m

  1. een kan met waswater, vaak samen met een ondiepe teil, de waskom (lampetkom), bedoeld om zich in de morgen mee te kunnen wassen
    • Toen stromend water nog niet algemeen was, was de lampetkan een heel gewoon verschijnsel. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lampetkan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.