laagconjunctuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laag·con·junc·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laagconjunctuur laagconjuncturen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

laagconjunctuur v

  1. (economie) tijd waarin het slecht gaat met de economie die zich kenmerkt door een hoge werkloosheid, een geringe economische bedrijvigheid en een voorzichtige bestedingsneiging onder de consumenten

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord laagconjunctuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.