kruimel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruimel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrœy.məl/
Woordafbreking
  • krui·mel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘broodkorreltje’ voor het eerst aangetroffen in 1526 [1]
  • afgeleid van kruim met het achtervoegsel -el [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kruimel kruimels
verkleinwoord kruimeltje kruimeltjes

Zelfstandig naamwoord

kruimel m

  1. klein afgebroken stukje van brood
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kruimelen

kruimel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruimelen
    • Ik kruimel. 
  2. gebiedende wijs van kruimelen
    • Kruimel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruimelen
    • Kruimel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kruimel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.