kruimen
Nederlands
Woordafbreking
- krui·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kruimen |
kruimde |
gekruimd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kruimen
- overgankelijk: verkruimelen
- Hij kruimde wat brood in de soep.
- ergatief: kruim worden
- Deze zoutjes kruimen niet en zijn heel goed van smaak
Gangbaarheid
- Het woord kruimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kruimen' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.