krenken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kren·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beschadigen, beledigen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
krenken
krenkte
gekrenkt
zwak -t volledig

Werkwoord

krenken

  1. overgankelijk beledigen
    • Het is geenszins onze bedoeling mensen te krenken. 
  1. letsel, schade, nadeel toebrengen aan
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • Iemand een/geen haar krenken - Iemand wel/geen kwaad doen.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krenken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.