krach

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krach
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘ineenstorting van beurs’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord krach krachs
verkleinwoord krachje krachjes

Zelfstandig naamwoord

krach m

  1. (economie) ineenstorting van een handelshuis of bank, die een crisis veroorzaakt
Verwante begrippen
Hyponiemen


Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
14 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.