kraag
![]() [1] Een vrouw met een kraag. |
![]() [2] Een kraag van een overhemd. |
![]() [4] Een pils met kraag. |
Nederlands
Woordafbreking
- kraag
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rand langs halsopening van kledingstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kraag | kragen |
verkleinwoord | kraagje | kraagjes |
Zelfstandig naamwoord
kraag m
- (kleding) een kledingstuk rond de hals
- Iedereen kent het schilderij van Spinoza, met zwarte mantel en witte kraag, donkere ogen en afgeronde wenkbrauwen.
- (kleding) een omgeslagen rand van een kledingstuk bij de halsopening
- De kraag van dit overhemd is versleten.
- de naam van voorwerpen die op een kraag lijken, zoals een opstaande rand
- een witte rand schuim op een glas bier
- Vlak na het inschenken bestaat de kraag voor 70% uit gas en 30% uit bier.
Synoniemen
- [1] lubbenkraag, molenkraag, molensteenkraag, Spaanse kraag
- [4] manchet
Uitdrukkingen en gezegden
- In de kraag vatten.
- Zorgen dat iemand niet kan ontsnappen.
- De bewoners hebben de inbreker in de kraag gevat en wachten nu op de politie.
- Iemand arresteren.
- De politie heeft donderdag een notoire benzinedief in de kraag gevat.
- Zorgen dat iemand niet kan ontsnappen.
- Een stuk in de kraag hebben.
- Dronken zijn.
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. een kledingstuk rond de hals
2. een omgeslagen rand van een kledingstuk bij de halsopening
|
3. de naam van voorwerpen die op een kraag lijken, zoals een opstaande rand
Gangbaarheid
- Het woord kraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kraag' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.