kotmadam
Nederlands
Woordafbreking
- kot·ma·dam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kot en madam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kotmadam | kotmadammen |
verkleinwoord | kotmadammetje | kotmadammetjes |
Zelfstandig naamwoord
kotmadam v
- iemand die één of meer kamers in haar eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger, student of commensaal
Gangbaarheid
- Het woord kotmadam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kotmadam' herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.