kopbal
Nederlands
Woordafbreking
- kopĀ·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kop ww en bal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kopbal | kopballen |
verkleinwoord | kopballetje | kopballetjes |
Zelfstandig naamwoord
kopbal m [1]
- (voetbal) bij voetbal het spelen van de bal met het hoofd
- Vlak voor rust gebeurde het. En direct na rust was het alweer hachelijk voor het Oranje-doel, maar Van Dijk kon half struikelend een voorzet van oud-Feyenoordfenomeen John Guidetti wegwerken. Het spel opende zich toen aan alle kanten, met Klaassen die weer volledige vrij kon koppen in volle vaart. De Zweedse doelman Robin Olsen zat er goed bij, zo ook op een kopbal van Van Dijk even later.[2]
- Zaterdag onderstreepte ze haar klasse eens te meer met een sublieme kopbal en een strak schot. Het waren alweer Miedema's 40ste en 41ste doelpunt, in 51 interlands.[3]
Gangbaarheid
- Het woord kopbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kopbal' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Bart Hinke 6 september 2016
- Volkskrant Guus Peters 9 juli 2017,
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.