koorknaap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koor·knaap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koorknaap koorknapen
verkleinwoord koorknaapje koorknaapjes

Zelfstandig naamwoord

koorknaap m

  1. jongen die deel uitmaakt van het kerkkoor (knapenkoor)
  2. misdienaar
    • Priesters en leraren van het beroemde kathedraalkoor in de Duitse stad Regensburg hebben de afgelopen decennia minstens 231 koorknapen misbruikt, mishandeld of gemarteld [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord koorknaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.