koopwoning
Nederlands
Woordafbreking
- koop·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koop ww en woning
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopwoning | koopwoningen |
verkleinwoord | koopwoninkje | koopwoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
koopwoning v
- een woning waar men eigenaar van wordt
- Er worden in die nieuwe wijk voornamelijk koopwoningen gebouwd.
Gangbaarheid
- Het woord koopwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.