koopvrouw
Nederlands
Woordafbreking
- koop·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koop en vrouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopvrouw | koopvrouwen |
verkleinwoord | koopvrouwtje | koopvrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
koopvrouw v
- (beroep) vrouw die handel drijft
- De koningin verft haar gezicht en verkleedt zich als een oude koopvrouw en loopt over de zeven bergen naar de zeven dwergen.
Gangbaarheid
- Het woord koopvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koopvrouw' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.