koffiepot
Nederlands
![](../I/m/Coffee_pot_Moka.jpg)
Koffiepot
Woordafbreking
- kof·fie·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koffie en pot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koffiepot | koffiepotten |
verkleinwoord | koffiepotje | koffiepotjes |
Zelfstandig naamwoord
koffiepot m
- (huishouden) pot waarin koffie wordt gezet en warmgehouden
- De koffiepot stond de hele dag te pruttelen op de kachel en was de koffie op, dan werd meteen nieuwe gezet.[1]
Gangbaarheid
- Het woord koffiepot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koffiepot' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
koffiepot
- (huishouden) koffiepot; pot om koffie in te zetten en warm te houden
Veluws
Zelfstandig naamwoord
koffiepot
- (huishouden) koffiepot; pot om koffie in te zetten en warm te houden
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.