knorhaan
Nederlands
Woordafbreking
- knor·haan
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1710 [1]
- samenstelling van knor ww en haan zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knorhaan | knorhanen |
verkleinwoord | knorhaantje | knorhaantjes |
Gangbaarheid
- Het woord knorhaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.