knokpartij
Nederlands
Woordafbreking
- knok·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knok ww en partij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knokpartij | knokpartijen |
verkleinwoord | knokpartijtje | knokpartijtjes |
Zelfstandig naamwoord
knokpartij v [1]
- vechtpartij zonder wapens
- Even leek er wéér een oer-Hollandse traditie aan te moeten geloven: de vreugdevuren van Scheveningen en Duindorp. Burgemeester Jozias van Aartsen vond de veiligheidssituatie rond de steeds hogere pallettorens ‘onacceptabel’. Dus wilde hij het ‘competitie-element’ eruit halen, tot hoongelach van de bouwers: „Alsof je de bal weglaat op het voetbalveld.” Bovendien hebben we het hier wel mooi over erkend Immaterieel Erfgoed. Het ritueel komt voort uit het rausen, waarbij ploegjes uit verschillende Haagse wijken eropuit trokken om de meeste kerstbomen voor hun vreugdevuren te verzamelen. Dat leidde tot knokpartijen, vandalisme, autobranden – alles in een algehele stemming van een burgeroorlog. [2]
Gangbaarheid
- Het woord knokpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knokpartij' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.