knijpen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knijpen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'knɛɪpə(n)/
Woordafbreking
  • knij·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘druk uitoefenen’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
knijpen
kneep
geknepen
klasse 1 volledig

Werkwoord

knijpen

  1. overgankelijk tussen twee punten druk uitoefenen
    • Mam, hij knijpt me weer! 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

knijpen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord knijp

Gangbaarheid

  • Het woord knijpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.