geknepen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geknepen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣə'knepə(n)/
Woordafbreking
  • ge·kne·pen
Woordherkomst en -opbouw

Deelwoord

deelwoord
onverbogen geknepen
verbogen geknepen
vervoeging van
knijpen

geknepen voltooid deelwoord van knijpen

  1. vormt de voltooide tijden
    • Hij had zijn zusje geknepen. 
  1. vormt de lijdende vorm
    • Ze werd weer eens door haar broertje geknepen. 
  1. attributief gebruikt
    • Hij antwoordde met geknepen stem. 
  1. bijwoordelijk gebruikt
    • Dat is een bril die op de neus geknepen gedragen werd. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.