squeeze

Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to squeeze
he/she/it squeezes
verleden tijd squeezed
voltooid
deelwoord
squeezed
onvoltooid
deelwoord
squeezing
gebiedende wijs squeeze

Werkwoord

squeeze

  1. overgankelijk comprimeren, samendrukken, samenpersen
  2. overgankelijk (de hand) geven, schudden
  3. overgankelijk (de hand vast drukken) knijpen
  1. «He squeezed her hand.»
    Hij kneep in haar hand.
  2. overgankelijk uitpersen
  3. [[figuurlijk|eng}} uitpersen
  1. «They squeezed money from the owner of the business by threatening him.»
    Ze persten geld van de eigenaar van het bedrijf out door te bedreigen hem.
  2. overgankelijk knellen, knijpen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [3]: squeeze an orange
een oranje uitpersen
  • [3]: freshly squeezed orange juice
vers geperst sinaasappelsap
enkelvoud meervoud
squeeze squeezes

Zelfstandig naamwoord

squeeze

  1. duwtje
  1. «He gave her cheek a playful squeeze
    Hij gaf haar wang een speels duwtje.
  2. het knijpen, het knellen
  3. een handdruk of een korte omhelsing
  4. het dringen, gedrang
  1. «Getting through that small opening was a tight squeeze
    Door dat kleine opening te komen was een strakke dringen.
  2. scheutje
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: financial squeeze
financiële crisis
Typische woordcombinaties
  • [3]: a tight squeeze
een dicht gedrang
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.