kneu
Nederlands
Woordafbreking
- kneu
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zangvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1655 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kneu | kneuen |
verkleinwoord | kneutje | kneutjes |
Zelfstandig naamwoord
kneu v/m
- (vogels) Carduelis cannabina
, een vinkachtige zangvogel
- De kneu komt zowel in Nederland als in België voor.
Vertalingen
1. Carduelis cannabina, een vinkachtige zangvogel
Gangbaarheid
- Het woord kneu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kneu' herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.