kneuter

Nederlands

Carduelis cannabina
Uitspraak
Woordafbreking
  • kneu·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kneuter kneuters
verkleinwoord kneutertje kneutertjes

Zelfstandig naamwoord

kneuter m [2]

  1. (vogels) Carduelis cannabina , een vinkachtige zangvogel
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kneuteren

kneuter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kneuteren
    • Ik kneuter. 
  2. gebiedende wijs van kneuteren
    • Kneuter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kneuteren
    • Kneuter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kneuter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.