kluiven
Nederlands
Woordafbreking
- klui·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘met de tanden vlees van bot halen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kluiven |
kloof (kluifde)[2] /’klʌʏ.və(n)/ |
gekloven (gekluifd)[3] /klof/ |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
kluiven
- inergatief een bot in handen houden en er vlees van afhappen
- Toen het eten op tafel stond, begon hij meteen aan het bot te kluiven.
Hyponiemen
- afkluiven, kopkluiven, nakluiven, opkluiven
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kluiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kluiven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.