klopt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klopt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklɔpt/
Woordafbreking
  • klopt
Woordherkomst en -opbouw
  • ellips "Ja, dat klopt."
    zie verder kloppen

Tussenwerpsel

klopt

  1. bevestiging, geeft als antwoord aan dat het vragenderwijs gestelde juist is
    • Bent u vandaag jarig? Klopt. 
    • Een kogel. Met die twee van de oude Grisonnier zijn dat er drie. De berekening klopt. [1] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kloppen

klopt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kloppen
    • Jij klopt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kloppen
    • Hij klopt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van kloppen
    • Klopt! 

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 20
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.