klodderen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klod·de·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

klodderen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klodderen
klodderde
geklodderd
zwak -d volledig
  1. ruw neersmijten van half vloeibare smerigheden
    • Verder ben jij mijn ‘beschermer’ en ik de ‘beschermeling’ van de nederlandsche kunstcritici, zoodat ik vuiligheden mag klodderen in Gr. Ned. en wij zijn allemaal communisten - wschl. binnenkort ook homosexueelen, net als Vestdijk! [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klodderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.