kladderen
Nederlands
Woordafbreking
- klad·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kladderen |
kladderde |
gekladderd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kladderen
- overgankelijk slecht of onverzorgd schrijven
- Ik kon niet lezen wat hij op dat papiertje had gekladderd.
- inergatief nat- of vuilmaken door gemors of gesmeer
- Het kind kladderde met enkele verfpotjes.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kladderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kladderen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.