klemzetten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klemĀ·zetĀ·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klemzetten
zette klem
klemgezet
zwak -t volledig

Werkwoord

klemzetten

  1. (ook (figuurlijk)) iemand dusdanig benaderen dat hij geen kant meer op kan
  2. (verkeer) met een wielklem bereiken dat een voertuig onbeweeglijk wordt
Afgeleide begrippen
  • klemzetting

Werkwoord

vervoeging van
klemzetten

klemzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klemzetten
    • ...dat wij klemzetten. 
    • ...dat jullie klemzetten. 
    • ...dat zij klemzetten. 

Gangbaarheid

  • Het woord klemzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.