klemzetten
Nederlands
Woordafbreking
- klemĀ·zetĀ·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klem en zetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klemzetten |
zette klem |
klemgezet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
klemzetten
- (ook (figuurlijk)) iemand dusdanig benaderen dat hij geen kant meer op kan
- (verkeer) met een wielklem bereiken dat een voertuig onbeweeglijk wordt
Afgeleide begrippen
- klemzetting
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klemzetten |
klemzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klemzetten
- ...dat wij klemzetten.
- ...dat jullie klemzetten.
- ...dat zij klemzetten.
- ...dat wij klemzetten.
Gangbaarheid
- Het woord klemzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.