klaver
Nederlands
Woordafbreking
- kla·ver
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in 1226 [1]
- Afkomstig van Middelnederlands clāver(e), de aan Oudfries ontleende Hollandse vorm, uit Oergermaans *klaiƀr(j)ōn, evenals Engels clover en Nederduits Klever, uitbreiding van *klaiwaz, waaruit Limburgs klieë, Duits Klee en Westfaals Kliev, bij Proto-Indo-Europees *gleiH- ‘kleven’.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klaver | klavers |
verkleinwoord | klavertje | klavertjes |
Zelfstandig naamwoord
klaver v / m
- (plantkunde) (voeding) (groente) Trifolium spp.
een of meer vlinderbloemige planten van het geslacht Trifolium, met driedelige blaadjes - (spel) speelkaart met de figuur van een driebladig klaverblad erop, ♣
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord klaver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klaver' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.