klaagzang
Nederlands
Woordafbreking
- klaag·zang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klaag ww en zang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klaagzang | klaagzangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
klaagzang m [1]
- een klagend gezongen lied of gesproken woord
- Stones in her Mouth. Scènes vol schrijnende poëzie, doordringende klaagzangen en trage dansen in de voorstelling van de Samoaan Lemi Ponifasio, over het lot van Maori-vrouwen. In eigen cultuur vereerd, werden zij onder het koloniale bewind van Europeanen slachtoffer van onderdrukking en geweld. Hyperesthetisch, maar hun pijn is bijna voelbaar. [2]
- een lied of gesproken woord dat gaat over iets doevigs
- Kleppen is goud. Nooit zag je daarom zo veel praattafelgasten de politiek in huppelen. De elite? Dat zijn Wilders, Roos, Baudet en – bien étonnés – Sylvana Simons. Zij schilderen de diploma-elite af als de nazaten van een ancien régime waar zij zelf de bastaardkinderen van zijn. Die zelfgekroonden beheersen onze schermen met de klaagzang ‘niet gehoord te worden’. [3]
Synoniemen
- klaaggedicht, klaaglied, klaagdicht, elegie, jammerklacht, jammerzang, jeremiade, lamento, lijkzang, weeklacht, treurdicht
Gangbaarheid
- Het woord klaagzang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klaagzang' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 28 december 2016
- NRC Christiaan Weijts 12 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.