kiezel

Nederlands

Uitspraak

Geluid: kiezel (hulp, bestand)

Woordafbreking

kie·zel

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘grind’ voor het eerst aangetroffen in 1631 [1]
[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kiezel	kiezels
verkleinwoord	kiezeltje	kiezeltjes

Zelfstandig naamwoord

kiezel [3]

Verwante begrippen

keisteen, vuursteen

Afgeleide begrippen

kiezelaarde, kiezelbed, kiezelgesteente, kiezelgrijs, kiezelplant, kiezelsteen, kiezelstrand, kiezelweg, kiezelzand, kiezelzuur

Verwante begrippen

kwarts, kwartsiet, opaal, hoornsteen, basaniet

Vertalingen

1-2

Engels: flint ^(en), gravel ^(en)

Spaans: sílex ^(es) m

3. silicium (zie silicium)

Engels: silicon ^(en)

Spaans: silicio ^(es) m

4. siliciumdioxide (zie siliciumdioxide)

Gangbaarheid

Het woord kiezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kiezel' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.