keisteen

1. stuk natuursteen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  keisteen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛisten/
Woordafbreking
  • kei·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keisteen keistenen
verkleinwoord keisteentje keisteentjes

Zelfstandig naamwoord

keisteen m

  1. stuk natuursteen, meer in het bijzonder: een stuk vuursteen
    • Ze lagen plat op een werktafeltje te drogen, bezwaard met stukken marmer; wanneer in het kwartdeel van het donkere ovaal, het doek niet gekleefd had, een bladder kon ontstaan, tilde meester een keisteen op. [2]
  1. (materiaalkunde) soortnaam voor gesteente (geen verkleinwoord of meervoud)
    • Was eens alles diamant,
      wat thans keisteen is of zand,
      wie deed moeite om het te winnen?
       [3]

Gangbaarheid

  • Het woord keisteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.